Met een vriend van mij ging ik de laatste jaren altijd op kerstavond naar de film. Heerlijk rustig in de bioscoop. Een mooi moment om eenzaam te griezelen: films als Kill Bill waren orgieën van geweld.
Om praktische reden is de traditie om op kerstavond naar een gewelddadige film te gaan dit jaar wat naar voren verschoven. Maar de bespreking hoort natuurlijk te gebeuren op Eerste Kerstdag, wanneer grote delen van de wereld zich wentelen in ogenschijnlijke harmonie.
Daarvan was in Eastern Promises geen sprake. Wie durft te beweren dat mensen immuun worden voor het zien van geweld, vanwege de overdaad daaraan op televisie, moet toch eens de nieuwste film van David Cronenberg bekijken. Net als in eerdere werken als Existenz en A History of Violence is de regisseur nietsontziend: met twee mokerslagen (het doorsnijden van iemands keel en een zwangere vrouw die met bebloede dijbenen om hulp vraagt) opent hij Eastern Promises.
Dat speelt zich af in Londen, waar de Russische maffia een bloedige strijd levert. Anna (gespeeld door Naomi Watts) ontfermt zich over de baby van de zwangere vrouw, die bij de bevalling overlijdt. In haar zoektocht naar de vader stuit ze al snel op een Russisch restaurant, dat verzamelplaats en dekmantel is van maffiosi.
Die botsing van de keurige verpleegster Anna en de chronisch gewelddadige Russen, waar onder de plastic glimlach altijd de dreiging van opflakkerende agressie smeult, is fascinerend. Viggo Mortensen, die ook al in A History of Violence de hoofdrol speelde, werkt zich op in de criminele organisatie. Hij evolueert van zwijgzaam en kil tot liefhebbend. Wat zijn ware karakter is, valt moeilijk te zeggen. Maar juist de clash van personages en hun gevoelens, plus de genadeloze (en een enkele keer wat clichématige) schets van de Russische maffia maken Eastern Promises tot een stevig meesterwerk.